Het woord ‘osteopathie’ heeft twee Griekse stammen : ‘osteon’ (bot) en ‘pathos’ (lijden). Vrij geïnterpreteerd zou je kunnen stellen dat we ziek worden door ‘een verkeerde beweging tussen de beenderen’. Het basisprincipe in osteopathie is beweeglijkheid en verwijst naar het feit dat alle structuren in ons lichaam geen enkele bewegingsrem mogen kennen. Die mogelijkheid om te bewegen is een soort parameter voor onze gezondheid. Hoe beter de kwaliteit van de beweging, hoe minder klachten er ontstaan. In de osteopathie houdt men rekening met drie bewegingssystemen:
1. Een eerste bewegingssysteem is dit van het beendergestel en de spieren. Dat vormt een samenhangend geheel waarbij een letsel of bewegingsverlies in een bepaald gewricht klachten kan veroorzaken, niet alleen op de plaats zelf maar soms ook op een totaal andere plaats.
2. Een tweede bewegingssysteem verwijst naar de ingewanden. Alle organen in het menselijke lichaam bewegen. Ze maken bewegingen uit zichzelf en onder invloed van het middenrif. Een bewegingsverlies van een orgaan leidt niet enkel tot slecht functioneren van het orgaan zelf, maar kan eveneens invloed hebben op ons vorig systeem van spieren en gewrichten. Ademhaling en voeding spelen hier een grote rol.
3. De bewegingen in de schedel vormen het derde bewegingssysteem. De schedel is als het ware een puzzel waarbij de verschillende delen langs elkaar schuiven. De hersenvliezen die daarmee in relatie staan, lopen in het ruggenmergkanaal naar het staartbeentje. Dit geheel draagt ritmische bewegingen in zich. Dit ritme kan verstoord worden. Ook hier is een wisselwerking tussen de bewegingen in de schedel en de bewegingen in de rest van het lichaam.
Meer informatie over osteopathie kan je terugvinden op osteopathie Zwevegem.